Geschiedenis

Rond 10.000 tot 8.900 v.C verschenen de eerste mensen in Zweden. Dit waren jagers-verzamelaars, die waarschijnlijk afkomstig waren uit Denemarken. Daarna werd Noord-Zweden vanuit het oosten en zuiden gekoloniseerd. De eerste boeren verschenen rond 4.000, die graftombes bouwden. In de mälaren vallei werden de vroegst bekende handelsposten gesticht.

In de 9e eeuw begon het Vikingen tijdperk. De Vikingen richtten zich in deze tijd voornamelijk op het oosten en handelden met het Byzantijnse rijk. Het christendom kreeg in de 11e eeuw enige betekenis in Zweden, maar de bevolking bleef nog lang trouw aan de oude goden. Rond het jaar 1000 werd Zweden een verenigde natie.

In de 12e eeuw begon de kolonisatie van Finland, dat tot aan het einde van de 13e eeuw deel uitmaakte van Zweden. In 1389 werd de Kalmar Unie gevormd, waarbij Zweden, Denemarken en Noorwegen één werden en geregeerd door de Deense koningen. De Zweden wilde echter snel deze unie verbreken en dit lukte in 1523. De edelman Gustav Vasa, die de opstand leidde na het 'bloedbad van Stockholm', werd gekroond tot koning.

In 1527 verbrak Zweden de relatie met de katholieke kerk en begon de reformatie. Door verschillende oorlogen in de 16e tot de 18e eeuw, kreeg Zweden controle over grote gebieden en werd het de 'dominerende macht' in het noorden van Europa. Behalve Zweden hoorde ook Finland, delen van Rusland, Estonia, Letland en veel Noord-Duitse steden tot het rijk. In een oorlog in 1808 verloor Zweden tegen Rusland en verloor het Finland. In 1809 werd een nieuwe grondwet opgesteld waarin de verdeling van de wetgevende macht tussen de koning en het parlement werd geregeld. Hierdoor ontstond het ambt van ombudsman om de bureaucratische machten te controleren. In 1813 en 1814 nam Zweden deel aan een campagne tegen Napoleon. Op de vredesconferentie die daarop volgde ruilde zweden de gebieden in het noorden van Duitsland tegen Noorwegen. Deze unie met Noorwegen werd in 1905 vreedzaam beëindigd.

Zweden verklaarde zichzelf neutraal bij het uitbreken van de 1e wereldoorlog en het werd geregeerd door een liberale regering tot 1917. Het grote voedseltekort leidde echter tot onrust en voor het eerst kwam er een sociaal democratische regering aan de macht. De sociaal democraten domineerde de politiek na 1932. In de 2e wereld oorlog speelde Zweden een dubieuze rol: Het leverde ijzererts aan de Duitsers. Ook stond Zweden troepenvervoer toe aan de Duitsers, dit zorgde ervoor dat Noorse verzetsstrijders ook in Zweden opgepakt konden worden. De sociaal democraten regeerden tot in de jaren 70. Hierna werd de steun voor de sociaal democraten minder, helemaal na de moord op minister-president Olof Palme. In 1973 (tot heden) werd Karel XVI Gustaaf koning van Zweden. In 1995 werd Zweden lid van de Europese Unie.