Klimaat, Flora & Fauna
Klimaat:
Zweden is een groot, langgerekt land (1500 km. van noord naar zuid) en kent daarom grote verschillen in natuur en klimaat. De zomers, van juli tot en met september zijn vaak erg warm, dit komt onder meer door de lange dagen. Voor het grootste deel heeft Zweden een landklimaat. Dit betekent warme en droge zomers en strenge winters. Het zuiden heeft nog enigszins een maritiem klimaat, dit komt mede door de warme Golfstroom. In het noorden (Lapland) en in de oostelijke gebieden langs de Botnische Golf kan het erg koud worden. Het zuiden heeft 4 tot 5 zomermaanden, Midden-Zweden 3 tot 4 en het noorden van Zweden 1 tot 3. Van zuid naar noord zijn er vooral grote verschillen in temperatuur. In januari is bijvoorbeeld de temperatuur in het zuiden -1 graden terwijl het in lapland tussen de -14 en -35 graden ligt. De neerslag in Zweden is ook ongelijk. Bij de west kust valt de meeste regen, ongeveer 700 mm per jaar, terwijl in het oosten maar 300 tot 400 mm per jaar valt. Een van de meest fascinerende natuurverschijnselen is dat in de zomer de zon soms niet onder gaat in Zweden, dit trekt jaarlijks velen bezoekers!
Flora:
Zweden bestaat voor 55% uit bossen, voornamelijk sparren, dennen en lariksen. In het zuiden is de beuk de overheersende soort en de eik komt tot in Midden-Zweden voor. De boomgrens daalt van 900 tot 1000 meter boven zeeniveau tot ca. 500 meter boven zeeniveau aan de grens tussen Zweeds en Noors Lapland. In de zomer is het hele land bedenkt met bloemen, vooral korenbloemen, margrieten, klaprozen en veldbloemen. Er komen ongeveer 2000 plantensoorten voor in Zweden. Op de eilanden Öland en Gotland komt een aparte vegetatie voor. De kalksteengrond houdt de warmte goed vast waardoor er soms een subtropische plantengroei ontstaat. Zo groeien er perziken en walnoten. Volgens Saskia Bosscher, een HAS-student die vorig jaar op stage in Zweden is geweest, was er erg veel bosbouw te vinden in Zweden
Fauna:
In Zweden komen veel rendieren, vossen en elanden voor. In Lapland zwerven grote kudden rendieren rond die behoren aan de Lappenfamilies. Zeldzame dieren in Zweden zijn onder andere de bruine beer, de wolf, de veelvraat en de lynx. In Midden- en Zuid-Zweden leeft veel klein wild zoals marters en wezels. In het noorden leven veel sneeuwhazen, lemmingen en poolvossen. Zweden kent meer dan 300 vogelsoorten. Aan de zeekust leven allerlei soorten meeuwen en eenden. Bij de meren leven vooral kiekendieven, futen en talingen. In de bossen komen veel spechten en uilen voor. In de naaldwouden in Zweden leven veel spechten, goudvinken, raven en kraaien. Zweden is erg belangrijk als broedgebied van talrijke vogelsoorten. In de noordelijke wateren van zweden leven erg veel baarzen, snoeken, zalmen en forellen. Langs de kusten zit veel tonijn, haring, makreel en kabeljauw. Verder komen er ook nog 3 soorten slangen en hagedissen voor in Zweden.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten